_

College 24 Maart 2000: Het bedrijfsleven

 - rtAIM
 - Tema
 - - Bedrijfsleven *
 - - Macht
 - - Geschiedenis


Valid HTML 4.0!
Valid CSS!
Viewable with ANY browser!

College TEMA 24 Maart 2000 door Harry Lintsen
Aantekeningen door Willem van Engen

Ingenieur Jan Block bij Philip Morris

  • Inleiding met iets over het gebouw, dat vroeger in Eindhoven stond.
  • Introductie naam: Jan Block
  • Uitstapje naar bedrijfsoverview (met beetje getallen)
  • Beschrijving werk Jan Block en context in bedrijf, niveau, globale werkzaamheden
  • Verschuiving in functie gedurende de jaren. In begin vooral met machines bezig, verschuiving naar leidinggeven. Binnen randvoorwaarden (winst maken, aandeelhouders etc.) kun je je eigen speelruimte creeren, hoewel die randvoorwaarden toch frustrerende situaties opleveren. Jan Block werd verscheurd door de problematiek tussen de werkvloer en het management. Hij vroeg aan het management of ze wat kondern doen, en toen ze dat niet deden pleegde hij sabotage om het management tot actie aan te zetten, wat werkte.
  • Verder verloop van carriere binnen bedrijf tot ontslag
  • Nieuwe baan als meubelmaker met sociaal gebeuren voor ontspoorde leerlingen. Toen ambachtelijke school begonnen. Korte toelichting en verheerlijking.

Ingenieurs hebben het over technische haalbaarheid, economische redenen e.d. Dat is echter maar een deel van het verhaal. Let hier ook op bij het interview.

Als nieuwe technieken komen, verandert er op sociaal en manegment niveau een boel. Mensen die ervaring hebben zijn minder belangrijk, vanwege de machines.

Een technisch innovatieproces betekent ook een sociaal innovatieproces. Mensen voorbereiden, omscholen.

Ingenieurs in het bedrijfsleven

Ingenieurs komen vaak terecht in grote tot zeer grote bedrijven, want een ingenieur is duur. Bij grote bedrijven zijn ook gespecialiseerde afdelingen voor onderzoek, beleid en dergelijke. De helft van (natuurkundigen vooral) de ingenieurs werkt bij de overheid, overheidsonderzoeksinstellingen.

Een ingenieur doet vooral ontwikkeling, rest (dat is karakteriserend voor een ingenieur) en nog wat onderzoek en beleid. Een ingenieur kan 'zindelijk' denken. Informatie ordenen, conclusies trekken. Dat leer je op de universiteit voor de materiele wereld, maar later kun je het toepassen op de sociale wereld. Het hart van het beroep is ontwikkeling en ontwerp.

Een ingenieur brengt twee werelden bij elkaar; functionele eigenschappen en fysische eigenschappen. Een ingenieur koppelt materiaal en materie. Een onderzoeker houdt zich alleen bezig met fysische eigenschappen. Het ontwerpen heeft minder vrijheid dan onderzoek. Typische ontwerpopdracht: beperkte financiën, beperkte tijd en een duidelijke opdracht. Er blijkt dat ingenieurs niet vaak van bedrijf wisselen. Je ziet wel dat de mobiliteit van ingenieurs binnen het bedrijf plaats vindt. Grote bedrijven hebben ook veel functies en bieden die mogelijkheid, verwachten het soms zelfs.

  • Je ziet ook dat ingenieurs tot het hoge en topkader behoren, meer dat HTS-ers. 75% van de ingenieurs geeft leiding (meesten aan 6 tot 10 personen).
  • Werken in verschillende mates van zelfstandingheid bij ingenieurs:
    1. 00% - Werken volgens nauwkeurige richtlijnen
    2. 15% - Volgens algemene richtlijnen
    3. 65% - Zelfstanding binnen gegeven doelstellingen
    4. 20% - Invloed op beleidslijnen organisatie & bepaling beleid organisatie

Het ingenieursberoep behoort tot de 10% hoogste inkomensgroepen, krijgen veel vrijheid in de functie en kunnen meebepalen in het beleid.

Notes

  • Verloop van ziekteverzuim zijn tekenen dat er sociaal iets mis is.