_ |
College 24 Maart 2000: Het bedrijfsleven |
- PolyMEMS
- rtAIM
- Tema
- - Bedrijfsleven
- - Macht
- - Geschiedenis
|
College TEMA 24 Maart 2000 door Harry Lintsen Ingenieur Jan Block bij Philip Morris
Ingenieurs hebben het over technische haalbaarheid, economische redenen e.d. Dat is echter maar een deel van het verhaal. Let hier ook op bij het interview. Als nieuwe technieken komen, verandert er op sociaal en manegment niveau een boel. Mensen die ervaring hebben zijn minder belangrijk, vanwege de machines. Een technisch innovatieproces betekent ook een sociaal innovatieproces. Mensen voorbereiden, omscholen. Ingenieurs in het bedrijfslevenIngenieurs komen vaak terecht in grote tot zeer grote bedrijven, want een ingenieur is duur. Bij grote bedrijven zijn ook gespecialiseerde afdelingen voor onderzoek, beleid en dergelijke. De helft van (natuurkundigen vooral) de ingenieurs werkt bij de overheid, overheidsonderzoeksinstellingen. Een ingenieur doet vooral ontwikkeling, rest (dat is karakteriserend voor een ingenieur) en nog wat onderzoek en beleid. Een ingenieur kan 'zindelijk' denken. Informatie ordenen, conclusies trekken. Dat leer je op de universiteit voor de materiele wereld, maar later kun je het toepassen op de sociale wereld. Het hart van het beroep is ontwikkeling en ontwerp. Een ingenieur brengt twee werelden bij elkaar; functionele eigenschappen en fysische eigenschappen. Een ingenieur koppelt materiaal en materie. Een onderzoeker houdt zich alleen bezig met fysische eigenschappen. Het ontwerpen heeft minder vrijheid dan onderzoek. Typische ontwerpopdracht: beperkte financiën, beperkte tijd en een duidelijke opdracht. Er blijkt dat ingenieurs niet vaak van bedrijf wisselen. Je ziet wel dat de mobiliteit van ingenieurs binnen het bedrijf plaats vindt. Grote bedrijven hebben ook veel functies en bieden die mogelijkheid, verwachten het soms zelfs.
Het ingenieursberoep behoort tot de 10% hoogste inkomensgroepen, krijgen veel vrijheid in de functie en kunnen meebepalen in het beleid. Notes
|